En zijn gedachtengang is niet vrolijk. 't Wordt àl minder, zoals we in Groningen zeggen. Als typograaf heeft Unger in de jaren T60 en T70 al eens het klassieke loodzetten vaarwel moeten zeggen bij de komst van het fotografisch zetsel: de letters die u nu leest. Na veel moeite hebben letterontwerpers als Unger eindelijk een redelijke foto-letter weten te ontwerpen, en nu komt de beeldschermcultuur roet in het eten gooien. De grootste frustratie voor Unger is de magere kwaliteit van het scherm. Dat laat zich heel makkelijk uitleggen.
|
De letters die u in tijdschriften leest zijn opgebouwd uit minimaal 1200 puntjes per vierkante inch (DPI: dot per inch). Dat is redelijk scherp. Als u dezelfde tekst op een laserprinter thuis zou afdrukken zou de scherpte ervan slechts een kwart daarvan zijn: 300 DPI. Maar het scherm haalt nog eens een kwart van de scherpte weg en is slechts 72 puntjes per vierkante inch. En daar wordt Unger zo moe van. En hij niet alleen, overigens.
<-- terug |
lees verder -->
|