|
de zolder voor zeer lange tijd onbetreden kan blijven, terwijl de meterkast minstens een maal per jaar geopend wordt in het bijzijn van een autoriteit die de bewoner tevens verplicht de kast ten allen tijde toegankelijk te houden voor zijn inspectie. Het is eigenlijk onduidelijk of de meterkast wel bij de woning hoort. Is de meterkast van de bewoner of is het in eerste instantie het werkterrein van de meteropnemer? Officieel is het laatste waar en dient de bewoner zijn spullen uit de meterkast te houden. Er geld echter, ook uit praktische overwegingen (hoe het immers te controleren?) een gewoonterecht. Als de meteropnemer maar zonder al te |
veel moeite bij de meters kan is inrichting van de vrije ruimte toegestaan. Dit neemt echter niet weg dat het massale secundaire gebruik van de meterkasten nog steeds in een sfeer van illegaliteit en burgerlijk anarchisme ligt. Die anarchie is begrijpelijk. Immers, in een land als Nederland waar een vak als architectuur toch voor een belangrijk deel een voortdurende oefening is in efficiënt ruimtegebruik is, is de meterkast een gotspe zonder weerga. Het spot met alles waarvoor efficiency staat. Gemiddeld nemen de gezamenlijke meters plus leidingen ongeveer 20% van de ruimte in de meterkast in beslag. Indien de meters dus zo efficiënt mogelijk op de bodem of
<-- t e r u g || v o o r u i t --> |
©1996 TYP/Typografisch Papier and the author
|