De Libra van S.H. de Roos: een Uitmiddelpuntige
door: Koosje Sierman
8 ______________________________________________
Dit verandert echter niets aan het feit dat -zoals Huib van Krimpen onlangs stelde- "het spoor van De Roos verwaaid lijkt". Hoewel de Libra zich altijd uitstekend thuisvoelde in de gewijde sfeer van Het Woord, behoeft het, gezien haar twijfelachtige kwaliteiten als boekletter, niemand te verbazen dat zij niet mag meewandelen in de `Parade van Boekletters' in dat Boek der boeken, die bijbel waaraan slechts het exclusieve lidwoord ontbreekt: het Boek van Huib van Krimpen. Daarentegen is het wèl frappant dat De Roos zelfs niet genoemd wordt. Het spoor van De Roos is eigenlijk nergens zó verwaaid als juist in dit handboek. Achteraf verklaarde Van Krimpen, "dat hij er gewoon niet aan gedacht had". Voor het zwak flikkerende levenspitje van het letterwerk van De Roos lijkt mij deze verklaring nog dodelijker dan de omissie zelf (10).

Verantwoording

(1) Libra Normaal en Mager, Lettergieterij Amsterdam/voorheen N.Tetterode, s.l., s.a.
Andere literatuur over de Libra:
Dick Dooijes, Over de druklettertypen van Sjoerd H. de Roos, Bührmann-Ubbens Papier, Zutphen, 1987.
Dr. G.W. Ovink, `De Simplex-letter', in: Drukkersweekblad 28 (1940), pp. 62-63.
Dr. G.W. Ovink, `Over eenige factoren in de ontwikkeling van de drukletter', in: Halcyon 8 (1941) [=1942] 16 pp.
Dr. G.W. Ovink, `Over eenige factoren in de ontwikkeling van de drukletter', in Halcyon 9/10 (1942) 16 pp.
(2) Deze oplossing sloot aan bij een traditie. Ovink (1940) noemt het alfabet van Stefan George, van

Victor Hammer, van de Offenburger typograaf Engel, de Vale van Rickett en het Disteltype van Lucien Pisarro voor Mr. J.F. van Royen.
Met dit laatste type had De Roos zelf verregaande bemoeienissen gehad. Zie ook:
R. Kuipers `Gerezen wit 9' , in: Het Oog in het Zeil 2 (1984) [1] pp.26-27.
(3) A.M. Hammacher, `Toorop-Raedecker', in: Prisma der Kunsten 3 (1937) pp.85-86.
Het beeld staat er nog steeds: op de hoek van de Jacob Catslaan en de Rustenburgweg. Details over deze opdracht zijn ontleend aan de correspondentie van Van Royen in het Archief S.H. de Roos in de Universiteitsbibliotheek van Amsterdam. Zie ook: M.M. Lommen, `Een "ouderwets" beeldhouwer. Bij de honderdste geboortedag van John Rädecker', in: Het Oog in het Zeil 2 (1985) 3 pp.22-26. (4) De bedoelde brief van Paul Standard uit 1952 bevindt zich in het Archief S.H. de Roos in de Haarlemse Stadsbibliotheek. (5) Zie voor de toepassingen van de Libra het `boekverzorgerssysteem' van de katalogus van de Typografische Bibliotheek van L.A./Tetterode, in de Universiteitsbibliotheek van Amsterdam.
(6) De brief van J.Greshoff (d.d. 4-2-1923) bevindt zich in het Haarlemse De Roos-archief.
(7) Aan het woord is Piet Zwart in Prisma der Kunsten 3 (1937) pp.76-81: `Het typografisch gezicht van nu en functionele typografie'.
(8) Mondelinge toelichting van Dick Dooijes (d.d. 15-2-1988). Overigens was al in 1939 de Libra verwerkt in een vaderlandslievend Wilhelmus: dplanodruk van Leiter-Nypels, gezet uit de Erasmus en de Libra.
(9) Zie de catalogus Drukkers in de Marge , Museum Meermanno-Westreenianum/Museum van het Boek (e.a.), Den Haag, 1985.
(10) Huib van Krimpen, `Het spoor van De Roos lijkt verwaaid', in: Boekblad 156 (1988) nr.2 pp.16-17.
Huib van Krimpen, Boek over het maken van boeken, tweede herziene en vermeerderde uitgave, Gaade, Veenendaal, 1986.
Het geheugen van de heer Van Krimpen moet een gevoelige inzinking hebben gehad toen hij deze verklaring aflegde. Want in de eerste druk van Boek liep De Roos Romein nog mee in wat toen `De kleine parade' heette. (Huib van Krimpen, Boek over het maken van boeken, Van Loghum Slaterus, Arnhem, 1966, p.227).

Terug -->

_______________________________________________

TYP 3.0 INDEX

©1996 TYP/Typografisch Papier and the author