Hufter tv

Over de Vietnamoorlog wordt beweerd dat deze aanzienlijk bekort is omdat door de uitgebreide verslaggeving erover de tegenstand in de VS werd gemotiveerd en vergroot. Wat die verslaggeving betreft heerst er in het Vrije Westen vanzelfsprekend een taboe op censuur. Daarbij kent de VS een traditie van journalistiek patriottisme met bijvoorbeeld figuren als Ernie Pyle en Robert Capa ten tijde van Wereldoorlog 2. Openbaarheid is als het ware een nationale waarde. De Amerikaanse oorlogvoerders voelden zich in hun mediafiele strijd tegen een vijand die zichtbaarheid vermeed of streng regisseerde zeer waarschijnlijk om die reden per definitie sterker en beter. De gedachte is dat vrijheid altijd zal zegevieren. Na dagelijks tientallen persconferenties in Saigon en elders, en ruim 60.000 Amerikaanse doden hield de oorlog in 1975 daadwerkelijk op.

Is het eigenlijk niet vreemd dat media – welke dan ook – met vrijheid worden geassocieerd? De vrijheid om leugens te verkopen, die bestaat ook. Minister van Defensie Donald Rumsfeld deed dat toen hij de omvang van de Amerikaanse invasiemacht in 2003 in Irak met een factor twee vergrootte. De vijand was in verwarring, Rumsfeld cs wonnen de eerste slag. Van Michael Herr, de schrijver van Dispatches, het beste  Vietnamboek ooit is de duistere uitspraak dat de verslaggeving de oorlog in Vietnam juist heeft verlengd. Zegt Herr hier dat verslaggeving ellende als brandstof heeft en de journalistiek er dus voor haar voortbestaan van afhankelijk is?

 

Een van de beruchtste foto’s uit Vietnam is die van een bloedbad onder burgers genoemd naar het gehucht My Lai. Fotograaf Ron Haeberle huurde een kamer in het Gotham Hotel in New York en onderhandelde drie dagen lang met diverse persagentschappen. Het tijdschrift Life kocht Haeberle’s rechten op zijn veertien kleurendia’s voor $ 40.000. Nieuws wordt gekocht en verkocht. Met ‘media’ verbonden producten en diensten schijnen zelfs Amerika’s belangrijkste exportproduct te zijn. World Press Foto is met andere woorden een marktplaats.

Zou er ook een markt zijn voor goede bedoelingen? Soms blijkt er behoefte aan journalistieke zelfreiniging door op de hufter tv van bijvoorbeeld PowNed af te geven. Op het moment dat de critici de arena betreden zijn zij op de mediamarkt en die is uit de aard der zaak onvrij. Kan iemand een hufter met goede bedoelingen zijn? Aan de dynamiek van de mediamarkt zijn in feite alle gebruikers medeplichtig.

J.D.


Posted

in

by

Tags: