Solanum tuberosum

De eerste afbeeldingen van aardappelen zijn te vinden in het aardewerk dat zo typisch was voor het Zuid-Amerikaanse continent. De kruiken uit de Chimú en pre-Incaculturen  – gedateerd vanaf 800 na Chr. – zijn vaak gemodelleerd naar mensen, dieren, vruchten en producten van het land, maar ook conquistador Hernan Cortez moet ze 700 jaar later in grote hoeveelheden bij zijn verovering van Monctezuma’s koninkrijk aangetroffen en kapot geslagen hebben. In het standaardwerk The History and Social Influence of the Potato uit 1949  situeert schrijver Redcliffe Salaman de cultivering van het knolgewas in het gebied – dat onder andere het huidige Peru omvat – al ruimschoots voor onze jaartelling, ook al zijn daar geen archeologische aanwijzingen voor.

IMG_4092

Er is echter één land bij uitstek dat met de aardappel in verband wordt gebracht, Salaman besteedde ruim een kwart van zijn 685 pagina’s tellende levenswerk aan  Ierland. De Great Famine die in 1845 met de mislukking van de oogst begon is de finale van de wurggreep waarin Ieren en aardappel sinds de Europese introductie van het gewas in de zestiende  eeuw met elkaar verbonden waren. Phytophthora infestans, de uit Amerika afkomstige schimmel die voor de misoogst verantwoordelijk was, verwoestte in de late zomer van 1845 vrijwel alle planten en de knollen in de grond. Ook de oogst van 1846 werd vrijwel volledig door de ziekte aangetast, de gevolgen voor de bevolking van 8 miljoen waarvan er bijna 5 miljoen van de aardappel afhankelijk waren had het karakter van een Oud Testamentische ondergang.  Grote delen van Ierland werden letterlijk zwart, tijdgenoten meldden dat de dode planten naar kadavers stonken.

Dead bodies lay on the roadside; in some towns they could not be buried because of their number. Everywhere typhus was raging and, wherever they stopped, they were besieged by starving, almost naked beggars. They found cabins, often containing unburied corpses, and everywhere a spirit of hopelessness. In the small towns they learnt that the tradesmen were ruined, and many in no better case than the cottiers. ( Salamans transcriptie van een verslag van Lord Dufferin en G.F Boyle, Narrative of a Journey from Oxford to Skibbereen uit 1847.)

De arme bevolking van Ierland – de bovengenoemde landloze cottiers – was voor haar levensonderhoud vrijwel geheel afhankelijk van de oogst van aardappelen die op een gepacht stuk grond werden verbouwd. Verder bestond hun dieet naast gekookte aardappelen soms uit karnemelk. Het eveneens met aardappelen vetgemeste varken werd verkocht om de huur van de grond en de hut te kunnen betalen. De teelt van het gewas was eenvoudig, de voedingswaarde relatief hoog; Salaman stelt vast dat de aardappel goedkoop voedsel was en dat daarmee de beloning voor arbeid eveneens laag kon blijven.  De monocultuur van de aardappel lag met andere woorden aan de basis van een succesvol systeem van exploitatie.

Al eerder werd er in Engeland over het probleem van de armoede in de Ierse kolonie vergaderd en nagedacht. In 1729 publiceerde Jonathan Swift  als reactie op de besluiteloosheid in deze zijn satire A Modest Proposal for Preventing the Children of Poor People From Being a Burden to Their Parents or Country, and for Making Them Beneficial to the Public waarin hij voorstelt de kinderen van arme Ieren op het menu te zetten van de rijken, zodat de armen  op een natuurlijke manier over middelen van bestaan zouden beschikken en het protestantse Engeland tevens van de dreiging van katholieke overmacht werd verlost.

VanGogh_Aardappeleters

Vincent van Gogh schilderde zijn Aardappeleters in het Brabantse dorp Nuenen in het jaar 1885.  Zij hebben vorken, stoelen, een lamp, zelfs een klok en zijn heel wat beter af dan de ellendige Ieren die Salaman in zijn boek beschrijft. Het is een van Van Gogh’s meest ambitieuze schilderijen; zowel een breed opgezet schilderkunstig avontuur als een bevlogen getuigenis van de menselijke conditie.  Met in het midden de aardappel als een nederig maar evengoed levenbrengend beginsel.

De wordingsgeschiedenis van het schilderij is uitgebreid gedocumenteerd, tot aan de namen van de personages toe en de plaats waar gegeten wordt. Ondanks de bio- en topografische feiten blijft de scene een transcendent tafereel. Het doet je er opnieuw aan denken dat religie altijd als een van haar belangrijkste oorzaken de produktie en verdeling van voedsel heeft.

J.D.

 

 


Posted

in

by

Tags: