Zwart uit de Wondermond
Atte Jongstra
______________________________________________________
Egyptisch waken

Je vleit je corpus tegen mij
en zucht: ik ben zo droog vandaag
ik val bijna in slaap hoor je
't zand van de woestijn ook
stuiven lief en wist je dat
in zand veel leven zit? 't
krioelt van torren, slangen,
spinnen, alles wat in dingen
boort, ze bekruipen kan,
ineten en bedruipen.

Je geeuwt, laat mij mijn
irrigatie. Het stuwt
in mijn kanaaltjes, boordevol
wurm ik naar de rand van 't bed
om het blaak'ren van je lijf
't ontgaan. bodemloos
geluid nog en je bent in gele
duinen weggezakt, ik zie
alleen nog zand en
jeukt die hele slangentroep niet in
mij rond nu jij zo droog en stil
naast mij te heuv'len kiest?

Een uitweg uit dit bed kan ik hier niet verzinnen.
Jouw onderhuidse fauna wil liever niet gewekt. Ik
fluister dat we in Egypte waren en bezien door
kruipers op de wand 't ene aan het and're
paarden. We vloeiden beiden in dat ledikant:
hoe oud is 't kind alweer, dat jij
en ik toen maakten?

<--vorige
_____________________________________________________

TYP FRONT || WONDERMOND INDEX

©1995 TYP/Typografisch Papier and the author