Zwart uit de Wondermond
Atte Jongstra
______________________________________________________
Ruiterportret met valk
(bij een aquarel van Johann Sonderland)

In wit papier opgestegen waag ik mij niet aan een paard.
tobhut is het hier, ik breedbenig in beeld, het zadel zweeft er
ook, verder niets dan woorden om stapvoets heen te gaan. Pure
parforce, een hoogstand, aanwachten zonder vlucht. Mijn knopen
blinken, men zegt Kom in mijn ogen, in U zit een echte jager op
het paard. Maar er is geen paard en het is de huif die de vlucht
weerhoudt van klinken. Vliegen op stijgende liedleeuwerikken mag
dan zijn gezegd, er is nog niets gedaan.

Draai ik volk mijn beeld in met de loer, wordt geroepen dat de
combattanten zichtbaar moeten zijn, geroepen dat de hemel heel
onhelder moet om iets te kunnen zien.

Dit richt geest en borst en oog te gronde, nu ik hier op
luchtpapier heel helder zit uit te staren naar reiger, kraai en
duif en eend, die in mijn beeld maar al te graag ontbreken. In de
broekveren, met de frons in de keel, klaar voor de hakvlucht van
mijn vedervriend, die op mijn hand heel roerloos naar mij te
turen zit, zonder ook maar iets te zien of in te drukken.

<--vorige || volgende -->
_____________________________________________________

TYP FRONT || WONDERMOND INDEX

©1995 TYP/Typografisch Papier and the author