Ethische politiek

Omstreeks 1975 werd de politiek van Nederland door links gedomineerd. Wat het buitenland betreft kwam dat tot uitdrukking in het bedrag voor ontwikkelingshulp dat van 1150 miljoen gulden in 1973 toenam tot 3019 miljoen in 1977. Voor de allerarmste landen – een van de speerpunten van de toenmalige Minister van Ontwikkelingssamenwerking J. Pronk – werd het bedrag in dezelfde periode verhoogd van 5 miljoen tot 520 miljoen gulden. Zelfs Fidel Castro ontving van Pronk 10 miljoen erg mooie Nederlandse guldens. Het bezit van Overzeese gebiedsdelen paste niet in dat linkse beeld en daarom was de Nederlandse Regering onder J.M. den Uyl dolblij toen de Surinaamse Regering verklaarde op zeer korte termijn onafhankelijk te willen zijn.

Nederland kreeg en greep de gelegenheid te bewijzen dat zij een voorbeeldige ex-koloniale natie was en daarmee – hoewel in omvang bijzonder klein – een opvallende speler op het wereldtoneel. De Surinaamse regering onder leiding van Henck Arron besloot progressief (en links) als zij was bij de onderhandelingen met Nederland om de hoofdprijs te vragen. En die kreeg Arron ook. Het belangrijkste resultaat van de ontbinding van de Rijksrelatie was dat tussen 1970 en 1980 300.000 Surinamers – dat is de helft van de bevolking – door emigratie de Nederlandse nationaliteit verkregen.

Het is een breuk met de gebruikelijke definitie, de koloniale relatie tussen Nederland en Suriname lijkt namelijk van oudsher meer door fatsoen dan door opbrengst te zijn beheerst.  Suriname leverde niet op maar er was niemand aan wie je het land met goed fatsoen weg kon geven. In Zo ver de wereld strekt, het boek over de geschiedenis van Nederland overzee van Wim van den Doel komt Suriname vrijwel uitsluitend als de hulpbehoevende en vragende partij ter sprake. Je vraagt je af of  de onafhankelijkheid een optie was toen de slavernij op 1 juli 1863 – volgend jaar 150 jaar geleden –  werd afgeschaft. Paramaribo had dan Vrijstad kunnen gaan heten.

H.W. van den Doel schrijft in diens biografie dat niet alleen door Eduard Douwes Dekker maar ook binnen de regering en het  parlement  sinds het midden van de negentiende eeuw vrijwel voortdurend over een zogenaamd ethische politiek werd gesproken. De beschaafde burgers waren beledigd toen Soekarno te kennen gaf niet door zijn overheersers opgevoed te willen  worden. In Suriname was het niet dringend, Henck Arron werd het moment door de tijd aangereikt.

© nu.nl

 

Nauwelijks vijf jaar na Suriname’s onafhankelijkheid pleegde Bouterse zijn coup. In de nacht van 8 op 9 december 1982 was nog meer geweld nodig en pas toen kwam Nederland eindelijk van zijn kolonie vrij. Nederlands fatsoen was nergens meer voor nodig. Bouterse zou een standbeeld in het negatief kunnen krijgen.

J.D.

 

Link


Posted

in

by

Tags: