Op de bovenste verdieping van het MAS in Antwerpen is de collectie pre-columbiaanse kunst van Paul en Dora Janssen Arts te zien. Terwijl hij in eigen bedrijf nieuwe geneesmiddelen ontwikkelde begon zij aan een omvangrijke verzameling. Hun collectie omvat alle pre-columbiaanse culturen met uitzondering van de Azteekse die zij naar eigen zeggen – in tegenstelling tot de anderen – met dood door geweld en geweld zonder meer in verband brengt Aan voorwerpen als het bijgaande is te zien dat de Zuid Amerikaanse Indianen van vóór het jaar 1492 soms flink de vrijheid namen.
De vraag is wat dit onhandige vuurstenen object voorstelt. Een godgelijke voorouder? Een ambtenaar in feestkleding? Is het wat de Maya’s als een politieke spotprent zagen misschien?
In een van zijn boeken mijmert Claude Levi Straus over een voorwerp dat hij bezit, een cederhouten Tlingit-knots die dient om vissen mee dood te knuppelen. Hij schrijft:” De kunstenaar die het in de vorm van een zeemonster heeft gesneden, heeft dit gedaan met de bedoeling dat dit gebruiksvoorwerp overeen zou komen met het lichaam van het dier, de handgreep met zijn staart, en dat de anatomische verhoudingen van een fabeldier zo zouden zijn dat het voorwerp het gruwelijk beest dat weerloze slachtoffers doodt, kon zijn en tegelijkertijd een goed uitgebalanceerd visserswapen, dat een man met gemak kan hanteren en waarmee hij uitstekende resultaten behaalt. Alles aan dit stuk gereedschap, dat tegelijk ook een wondermooi kunstwerk is, schijnt structureel te zijn: zowel het mythische symbolisme als de praktische functie ervan. Nauwkeuriger gezegd, het voorwerp, zijn functie en wat het symboliseert schijnen op elkaar betrokken te zijn en een gesloten systeem te vormen…”.
Het spreekt voor zich dat een gebruiksvoorwerp dat versierd is beter zijn werk doet, net zoals een door de eigenaar met smaak opgetuigde ezel of kameel verder en met meer souplesse loopt. In dat verband kan men speculeren over de voordelen van een getatoeëerde echtgenote en die van een VW Golf die geduldig met de hand beschilderd is. Het door een anonieme Maya gemaakte stenen voorwerp maakt een versierde indruk, maar als je de ornamentiek weglaat dan blijft er geen herkenbaar werktuig over. Wat zou het zijn?
Lucas van der Put maakt sinds een jaar geen beeldhouwwerken meer, maar nog uitsluitend houten lepels. In de uitgewoonde wereld zoals hij deze in de zeer nabije toekomst voor zich ziet, stelt kunst uit het oogpunt van overleven helemaal niets voor. Dagelijks probeert hij de opbrengst van zijn tuin te vermeerderen terwijl hij zijn woning met geïsoleerde schotten vanwege het energieverbruik inmiddels tot een minimale omvang heeft verkleind. Uit het oogpunt van mondiaal rentmeesterschap en cultuurkritiek heeft de voormalige beeldhouwer volkomen gelijk, maar zijn bord met aardappelen kan straks na de totale kapitalistische meltdown en iedereen van honger bijna dood onmogelijk smakelijk zijn.
Op eigen voorwaarden overleven in een omgeving die je als onethisch en vijandig ervaart betekent dat je tot de basics van eigen weefgetouw en keukenspullen wederkeert. In Van Der Puts lepel van meidoornhout is het sentiment van De Eindtijd onzichtbaar meegekomen. Maar ook de pioniers mentaliteit van de bewoners van Het Behouden Huys op Nova Zembla is er manifest in geworden. De steel eindigt in een scherpe punt die volgens de maker in de post-kapitalistische woestenij wapenkundig wellicht nog eens doelmatig zal zijn. Hij heeft – net als Gerrit Rietveld en zijn zigzagstoel – zijn scheppend vermogen voor 100% in de vorm van het ornamentloze voorwerp gestoken. In de moderne tijd is de vorm van het gereedschap als het ware zelf ornament geworden.
Het modernisme heeft de ornamentiek in diskrediet gebracht. Volgens sommigen zijn krullen, kleurige slingers en oppervlakken die gestreept, gestippeld of verguld zijn een teken van verval. De uitzinnige maar voorname nutteloosheid van het vuurstenen object – bij gebrek aan beter wordt het soms als scepter benoemd – stijgt ver boven een begrip als functionaliteit uit. De naamloze Indiaan die het omstreeks het jaar 600 maakte was een Maya met lef en attitude.
J.D.