Kijk het zit zo.
Na een week lang geschoold te zijn in nietsdoen regent het na een nacht onweren lekker door Agios Ioannis, ‘ver weg van het massatoerisme’. Op de veranda hebben de zwaluwen het nestjebouwen even stilgelegd. Alleen de ezel balkt zo af en toe verlaten. En, o ja, de stroom ligt er even uit, een ochtendje lang alweer, en dan dus ook de WiFi.
Wat wil je nog meer.
Gister bracht een email de vraag of ik iets vertellen wil over ‘een vergeten ontwerp’ van precies dertig jaar terug. Mijn omslag van ‘Mijn TYP’.
Nu ja.
Vergeten is het niet, daarvoor moet het zijn geweten of gewist. En – hoe dan ook – ooit eens bekend. Maar ach, geschiedenis moet geschreven worden, en het best door jezelf. Dan kan er een fijn schepje bovenop.
Zo dan.
Mei 1989. Acht jaar eerder waren er ineens computers. Met een in eigen beheer uitgegeven tijdschrift (1964), een televisiebewerking van het stuk Landschap Zeezicht van het Onafhankelijk Toneel en een poging tot videoperformancekunst studeerde ik af aan de afdeling AudioVisueel van de Gerrit Rietveld Academie. Daarbij buiten beschouwing gelaten (ik speelde in de Minny Pops en The Young Lions) dat ik lid was van pas later ontdekte ULTRA-beweging. En laat dat – juist nu – echte avantgarde geweest blijken te zijn.
Met mijn verse diploma en het cadeaugeld van mijn oma in de hand verzeilde ik in het centrum voor geeks avant-la-lettre: de Tandy, waar voor het eerst heuse computers te koop waren. De ZX81 werd mijn ding.
Spoedig bleek het nieuw verworven speeltje ook nog voor kunst en dienstverlening inzetbaar. In de jaren daarna werd het spoor van de technologische revolutie gevolgd; zo dat niet mede door mij werd uitgestippeld. Er werden bladen geDPT, kunsten geprogrammeerd, karakters getekend, CDROMS uitgegeven, televisieprogramma’s een apps gemaakt. Vaak op eigen initiatief.
Ook in 1989 bracht ik als “Docent 4D” voor het eerst computers de Rietveld Academie binnen, en stichtte daar het MediaLab.
Terwijl grafisch ontwerpers zich stortten op de digitalisering van hun aloude ambacht kwamen de zaken in beweging. Cd-roms, beeldkranten en voorboden van wat snel het world wilde web zou worden. Dus het waren alweer de nadagen van TYP typografisch papier dat in 1986 door het genootschap Kunst en Macht gesticht werd. Het clubje jongens – ja: Jongens – dat copyproofjes van elkaar jatte in de doka van drukkerij SSP.
TYP Nummer A en B werden nog met ouderwets fotozetsel gezet, maar bij C en D kwam het dan eindelijk voor het eerst gedesktoppublished uit Ready Set Go uit de Mac Plus. stilstaand, zwart-wit. En mono. (Uit de Amiga spetterde toen gelijktijdig kleurentelevisie én stereo). Hoe dan ook de eerste TYPs waren mooie Gesamtkunstwerke. Traditioneel van opzet – omslag, redactioneel, colofon, centerfold, kopjes en tussenkopjes, plaatjes met bijschrift in kolommen. Times en Helvetica in – zeg maar – 11 punt op 13. Ondertussen wel mooi rebelse tegencultuur verbeeldend.
Dus toen het tijd werd voor TYP E werd het tijd voor schisma. Scheiding de geesten. Een hardloopwedstrijd van oude koeien door de stal. Ieder voor zich. En zoals het zit in kunstenaarsinitiatieven die Kunst en Macht heetten, volgens de mores van de jongensclub, om onderscheid te maken. Alleen die én konden schrijven, vormgeven, in elkaar plakken, eigenhandig Dtp-en en plaatjes maken zou het lukken. Tenzij je weer genoeg anderen kende om voor een karretje te spannen. Een competitie en pitch ineen. Ieder moest op eigen houtje een hele TYP maken, A5 dat wel. Samen mochten ze in een kartonnen doos. Het werd een fijn scala. Kunst én Macht. Oude Koeien uit de sloot.
Avant la lettre.
Kees Maas zeefdrukte, Max Kisman schilderde 250 identieke schilderijtjes (wit op wit met paletmes een i of (liggend) een brievenbus, Jan Dietvorst schreef en tekende. Henri Lucas haakte aan, anderen haakten af. Atte Jongstra greep terug. Drukkers SSP, Rob Stolk, Jan de Jong en de Enschedese School werden onderling verdeeld en zo mocht ik Mijn TYP bij Joos Mooi Stencilwerk drukken. Op haar verse offsetpers dan wel. In Mijn Typ schreef ik over de onzin van onleesbaarheid, zei dat papieren tijdperk voorbij was en beledigde paginaslang de Nederlandse ontwerpelite met naam en toenaam (mijzelf incluis, stond ik toch maar mooi in een rijtje met ze), en trapte op de tenen van degenen die ik niet beledigde en er buiten liet.
Kortom met grafisch ontwerpen had het niet veel van doen. Zo ook het omslag niet. Daar stond gewoon Mijn TYP op. Individuele expressie. Door woord én gebaar.
“Mijn” getypografeerd in mijn handschrift dat zo weer een beetje op een gezicht leek. Een mannetje.
En TYP in het typlogo van Max Kisman. De rechte polygonen daarvan zijn weer te herleiden uit de tijd dat we met ZX Paintbox (of The Artist)
op de Sinclair ZX Spectrum 48 moesten tekenen met een joystick. Dan was het makkelijk snel met een rechte lijn (de curve kwam later) van ankerpunt naar ankerpunt te zoeven, in zo min mogelijk klikken met de vuurknop. Max overigens was net vader en knipte in vergelijkbare stijl met zoontje Guido uit gekleurde blaadjes. Fröbelen. Zeg maar. Zo kwamen computer en papieren letters samen.
Van het een komt het ander en van het ander komt het een, zongen we in koor.
Technisch was het een van de eerste kleurgescheiden toepassingen van PostScript en Illustrator. Dat ging nog maar matig want kende nog geen noodzakelijke overlap van de drukgangen. Die moest er handmatig bijgefoezeld, anders ontstonden er Witte Rivieren. Of (omdat op geel papier gedrukt werd) Yellow Rivers. Cyaan werd in groen gedrukt, magenta in additief rood, en zou werd zwart een beetje bruin. Makkelijk zat.
Ja, TYP E (nog gevolgd door Talloze digitale versies, tot en met Titi Wai Pipi (TTYPP) op de iPad.) blijkt het opus Magnum van het genootschap. Het koste XXX gulden werd onlangs nog voor maar liefst drie keer zoveel verkocht op catawiki. *
- Weliswaar was de grootste slag in financieel opzicht het verkopen van het webadres typ.nl aan getalenteerde jonge professionals. Die kregen er dan wel een bak e-mail adressen bij die dagelijks suf gespamd worden. meer is beter.
Zo zat dat.
Buiten op Korfoe schijnt de zon alweer en roept de ezel om een perenschil. En er zij WiFi.
Hoog tijd voor een blik vooruit, want Mijn TYD moet nog komen.
• f • p • c • m •