KAPPIE ALLES KAP

redactioneel cursief 1986 nummer A

Beste lezers,
Ja inderdaad beste lezers, want ik mag me aan het begin van dit cursief afvragen of degenen die tot de doelgroep van dit blad gerekend worden wel in Staat zijn te lezen.
Waarschijnlijk zijn ze tot hier gekomen. Ze hebben de bladspiegel bekeken en gezegd dat het MOOI is, of prettig. Maar tot hier en niet verder. Teveel is niet goed voor ze, een paar letters per dag, een verademing bij een fraaie interlinie, een zucht bij een vette ronding. Tot hier ongeveer dus.
Dit blad betuigt haar openlijke liefde aan de Letter.

Voor de ongeletterden onder U: van het Griekse TUPOS,’ = het geslagene en GRAPHOS, = schrijven maakt tesamen TYPOGRAFIE. Het vreemde is dat de geschiedenis van de typografie in lijkt te zetten bij de boekdrukkunst, hoewel men natuurlijk al veel eerder van geslagen schrift kan spreken. Wat echter sterker opgemerkt mag worden, is dat dit tijdschrift,
dat de eerbied voor de lettervorm voorop zet, TYP moet heten. Waarom niet “SMAAK! blad voor letterproefers‘ of -GREEP uit LETTERS‘ of het beste: KUNST, schrift voor letter’. Woordspeligheden te over. Maar de keuze is duidelijk: Typ heeft de woordassociatie met “typisch”. En vreemd is het inderdaad. Een typograaf schrijft namelijk helemaal niet.
Hij is alleen op de hoogte van hoe het paginabeeld is: dat wordt zijns inziens gevormd door een opeenhoping van letters, woorden; zin en inhoud gaan zijn pet te boven. Zijn enige kennis en kunnen is de lettervorm. Vanuit die veronderstelling is een typograaf een letterkundige. Maar toen de woorden en begrippen werden uitgedeeld stonden natuurlijk degenen die daar inhoud aan gaven voor op, de echte letterkundigen. Terecht hebben niet de typografen uiteindelijk de naam van letterkundige gekregen. De (letterlijke) betekenis van het woord letter – een teken dat een klank verbeeldt – is veel sterker verbonden aan de inhouds- dan aan de vormgever. Een typograaf heeft verbeelding noch gevoel voor klank. Zag u ooit Huib Van Krimpen de mondhoeken ronden voor een A? Zag u hem de wangen bollen voor een B? de tong tegen de tanden drukken voor een wiegende C? de krop spannen voor een degelijke D? de amandelen schrapen voor cen scherpe E? het spuug laten spetteren voor een fluitende F? het gehemelte pijnigen voor een gruwelijk scherpe G? een prachtig blafhoestende H? een irritant zingende I? een jeukende J? een kreunende K? Hebt u zo iemand de tong zien krullen voor een lallende L? of de lippen zien ronden voor een mooie M? de neus laten N-en? of een oraal ronde O? een spetterende P? een Q van hoge kwaliteit? En orakelend rollende R? Een sensueel slissende S? een tedere T: een uitnodigende U? een vozende V? Een wellustige W? een seksuele X? een gespreide Y? een slapende Z? Nee, nee, neen. Terwijl duidelijk is welke gevoelswaarde wordt uitgedrukt in de korte zinnen
KUT of LUL’ denkt de typograaf, de letterNEUKER bij uitstek, aan het spatiëringsprobleem tussen de U en de L, aan geen ander lichaam dan het corps, geen andere paal dan stam, geen hoogte- maar gewoon een punt meer of minder.
De LetterNeukers zijn traumatisch gefixeerde types, die gruwelijk genoeg telkens menen de door de schrijver bedachte inhoud te moeten verkrachten, omwille van het stillen van hun impotente lusten.
Vandaar, beste lezers, dat u deze tekst onder ogen krijgt zoals ie uit mijn schrijfmachine gerold is. Of beter mijn Brother EP-44 terminal. Met de schitterde dot-matrix grid van 18×24 pixels, waarop het letterbeeld – dan weliswaar niet proportioneel maar wel krachtig genoeg – de inhoud verbeeldt. En voor degenen die met de tijd zijn meegegaan en hun informatie niet meer middels op papier gedrukte inkt willen ontvangen, ben ik gaarne bereid de audio-versie te brengen. Kompleet met de juiste intonatie en verklanking. Het schrift is uiteindelijk maar een spastisch hulpmiddel uit de tijd van vóór de klankdragers.

Typ/Typografisch papier.


Posted

in

,

by

Tags: